Het omkeren van onderpresteren vereist het leren van nieuw gedrag, gewoontes en houding.
Dit geldt niet alleen voor het kind. Maar ook voor de ouders, de docenten en de omgeving. Er is niet één manier om het onderpresteren te keren.
Het is daarom van belang dat je de mogelijkheden bestudeert en toepast wat werkt voor jouw kind.
Motivatie
Doelen
stellen
Mindset
De
context
Eigenheid
Valkuilen en obstakels
Zelfvertrouwen
Doorzettings-vermogen
Dus bij de aanpak van onderpresteren spelen er ook verschillende factoren een rol. Het gaat te ver om hier de vele verschillende mogelijkheden, methodes of systemen te behandelen om onderpresteren te keren of te voorkomen. Met het 6 stappenplan van Sylvia Rimm kan je een heel eind komen.
Sylvia Rimm (1995) stelt dat het tegengaan van onderpresteren een samenspel is tussen de leerling, de ouders en de school.
In ‘Why bright minds get poor grades’ beschrijft ze het Trifocale Model. Aan de hand van een 6 stappenplan geeft ze hierin aan hoe je onderpresteren kan keren. Hieronder te lezen.
De allereerste stap is het kind echt zien, een relatie opbouwen en erachter komen welke prestatie voor het kind goed voelt.
Welke hobby’s en interesses heeft een kind en hebben jullie misschien een gezamenlijke interesse.
Door eerst uit te gaan van de interesse van het kind maak je contact met het kind. Hierdoor wordt ervaren dat leren toch ook leuk kan zijn en zeker de moeite waard is.
Vanuit dit positieve gevoel worden er verdere stappen gezet.
Deze drieledige benadering (ouders, kind en school) voor het keren van onderpresteren, heeft Sylvia Rimm uitgewerkt in het Trifocale Model dat bestaat uit 6 fases.
Als eerste stap wordt de manier van onderpresteren vastgesteld door een assessment. Dat assessment bestaat uit een intelligentie-, talenten- en creativiteitstest. Maar ook observaties en een interview met de ouders.
Na het assessment hebben ouders en leraren een gelijkwaardig gesprek. In dit gesprek wordt met respect en zonder iemand de schuld te geven informatie uitgewisseld.
Realistische verwachtingen door haalbare doelen te stellen. Deze positieve verwachtingen zijn noodzakelijk om meer in eigen mogelijkheden te gaan geloven.
In deze verwachting zit de kern van faalangst.
4. Identificatie
met rolmodel
Onderpresteerders missen soms vaardigheden die nodig zijn om tot betere prestaties te komen zoals executieve- en leervaardigheden.
Door het aanleren van deze vaardigheden gaat je kind de relatie ervaren tussen resultaat en inzet.
Kortetermijndoelen worden gesteld, zodat succeservaringen ontstaan.
Zo’n korte termijn doel kan zijn dat de leerling het huiswerk maakt, of de juiste boeken meeneemt.
Hierdoor kan een beter resultaat behaald worden voor een toets (lange termijndoel).